De informatieplicht voor vastgoed in overstromingsgevoelig gebied werd ingevoerd in het decreet Integraal Waterbeleid, via een wijziging van 19 juli 2013. Op 1 januari 2023 is een gewijzigde informatieplicht in voege getreden.
decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 (B.S. 5/12/2003)
gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 (B.S. 01/10/2013)
opgeheven en vervangen door Gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid (15/06/2018).
Artikel 1.3.3.3.2.
§ 1. Iedereen die voor eigen rekening of als tussenpersoon een onroerend goed verkoopt, verhuurt voor meer dan negen jaar, inbrengt in een vennootschap, een vruchtgebruik, erfpacht of een opstalrecht overdraagt, of op andere wijze een eigendomsoverdracht met een vergeldend karakter van het goed bewerkstelligt, vermeldt in de publiciteit die daaraan verbonden is, of het onroerend goed al dan niet volledig of gedeeltelijk in een van de volgende gebieden ligt:
1° in overstromingsgevoelig gebied zoals afgebakend door de Vlaamse Regering;
2° in een afgebakend overstromingsgebied of een afgebakende oeverzone.
De Vlaamse Regering kan nader bepalen wat onder publiciteit als vermeld in het eerste lid begrepen wordt. De Vlaamse Regering kan bepaaldevormen van publiciteit om praktische redenen vrijstellen en kan nadere regels bepalen om de informatieplicht na te komen.
Iedereen die een onderhandse akte van verkoop of van verhuring voor meer dan negen jaar van een onroerend goed, van inbreng van eenonroerend goed in een vennootschap en ook van vestiging of overdracht van vruchtgebruik, erfpacht of opstal opmaakt, vermeldt of het onroerendgoed al dan niet volledig of gedeeltelijk in een van de volgende gebieden ligt:
1° in overstromingsgevoelig gebied zoals afgebakend door de Vlaamse Regering;
2° in een afgebakend overstromingsgebied of een afgebakende oeverzone.
De instrumenterende ambtenaar vermeldt in alle onderhandse en authentieke akten van verkoop of van verhuring voor meer dan negen jaar van een onroerend goed, van een inbreng van een onroerend goed in een vennootschap, en ook in alle akten van vestiging of overdracht van vruchtgebruik, erfpacht of opstal, en in elke andere akte van een eigendomsoverdracht ten bezwarende titel, met uitzondering van huwelijkscontracten en de wijzigingen ervan en contracten over de mandeligheid of het onroerend goed in een van de volgende gebieden ligt:
1° in overstromingsgevoelig gebied zoals afgebakend door de Vlaamse Regering;
2° in een afgebakend overstromingsgebied of een afgebakende oeverzone.
Met overstromingsgevoelig gebied wordt bedoeld een door de Vlaamse Regering vastgesteld en op kaart aangeduid gebied waar overstromingenkunnen worden verwacht vanuit de zee, of door fluviale of pluviale overstromingen
[…]
In het kader van de informatieoverdracht, vermeld in het eerste lid, worden de geografische gegevens die kunnen leiden tot de identificatie van natuurlijke personen verwerkt met toepassing van de regelgeving inzake de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens. De CIW wordt hierbij aangewezen als verwerkingsverantwoordelijke. Die geografische gegevens worden verwerkt om de vaststelling van de overstromingsgevoelige gebieden, vermeld in paragraaf 1, te realiseren. De bewaartermijn van die geografische gegevens is tienjaar na de ontvangst ervan.
De Vlaamse Regering kan de voorwaarden bepalen waaronder die informatie ter beschikking wordt gesteld.
§ 3. De Vlaamse Regering kan voorzien dat een daartoe erkende persoon attesteert dat de overstromingsgevoeligheid van een of meer onroerende goederen op basis van gebouwkenmerken, de bouwwijze of andere genomen maatregelen voor de bescherming tegen overstromingen, verschilt van de overstromingsgevoeligheid, zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering.
De erkenning, vermeld in het eerste lid, wordt geregeld door de bepalingen van titel V, hoofdstuk 6, van het decreet van 5 april 1995 houdendealgemene bepalingen inzake milieubeleid, met inbegrip van de erkenningsvoorwaarden, de gebruikseisen en de sancties.
De Vlaamse Regering kan het gebruik regelen van het attest, vermeld in het eerste lid.